Open monumentendag.
Naam gebouw: Stadhuis Leiden.
Naam architect: Lieven de Key (voorgevel) na de brand in 1929 ging architect C.J Blaauw aan de slag.
Datum bezichtiging: donderdag 15 september.
Het gebouw is gemaakt na het beleg van de Spanjaarden in 1574, kwam de textielnijverheid tot bloei en daarmee ook de stad. Het stadhuis moest hiervan getuigen. Lieven de Key, de stad steen houder van Haarlem, ontwierp een nieuwe gevel voor de breestraat zijde van het stadhuis. Na twee jaar bouwen bezat Leiden Nederlands langste renaissancegevel. Aangezien het stadhuis in de loop der jaren regelmatig her en verbouwd is kun je niet een precieze datum geven.
Op 12 februari 1929 werd het stadhuis door brand verwoest. De kolenkachels waren ' s nachts blijven branden, omdat het buiten -18 °C was. Één kachel branden door. Na de brand stond alleen de voorgevel van het stadhuis er nog. In 1934 ontwierp ingenieur C.J Blaauw het nieuwe stadhuis. Pas in december 1940 was het klaar.
Het stadhuis is gemaakt van baksteen voor de muren, glas voor de ramen, hout voor de deuren. De oude voorgevel van het huis is in renaissancestijl. Het is een duidelijke oude klassieke stijl met beeldhouw kunst.
De binnenkant van het stadhuis heeft weinig te maken met het renaissancestijl van de voorgevel. Van binnen heeft het pand vrij strakke vormen en een prachtige marmeren vloer die ligt in een soort opengeslaagde boeken. De tegels zijn van zeer kostbaar Arabesco marmer. Het stadhuis bezit ook een binnenplaats die overkoepelt is met een glazenkap die er golvend boven zweeft. Verder is bij bepaalde trappen gebruik gemaakt van verlichting in de vorm van spotjes. Er is veel licht inval van buiten door grote ramen. Er staan ook grote pilaren. De raadzaal heeft een betimmering van Braziliaans Palissander hout en de wand kleden (gobelins) dragen daartoe bij. Het parketinlegwerk is ontworpen door architect C.J Blaauw. De wandtapijten zijn ontworpen door Chris de Moor. Ze zijn een geschenk van Kamer van Koophandel. De meeste wandtapijten stellen het dagelijks leven van Leiden voor. In het glas-in-lood boven de deuren zie je de stadhuis brand afgebeeld. De burgemeesters zetel is versiert met Leidse wapen. Naar een ontwerp van C.J Blaauw de zes andere zetels waar de wethouders zitten hebben nog het oude Leidse wapen. In het stadhuis zie je ook veel mozaïeken. In de centrale hal zie je een windroos. Deze is ontworpen door Hildo Krop. Met lampjes geeft deze de windrichting aan.
Het gebouw straalt macht uit omdat het groot is en een mooie imposante voorgevel. Het gebouw nodigt wel uit om even een kijkje te nemen. De functie van het stadhuis is kantoor en vergaderruimte, sociale zaken (bijvoorbeeld van het halen van je paspoort of ID) je kunt er ook trouwen. Er is een speciale trouwzaal. Toen ik het gebouw ging bekijken verwachte ik een grote hal, maar ook een hele grote trouwzaal. De trouwzaal was eigenlijk heel erg klein, dat viel me tegen. Ik zag wel een afbeelding van een soort steen van prinses Beatrix en andere vroegere koningen. Het viel me alleen op dat er nog geen een van koning Willem Alexander was. Verder was het gebouw zeker groot van binnen. Met mooie meubels en mooie marmeren vloeren.
De rondleiding heeft indruk op mij gemaakt. Het allermeeste was ik verbaast over hoe zwaar de stoelen van Braziliaans hout waren. Je kon ze bijna niet van hun plek afschuiven, dat heb ik natuurlijk wel gedaan want ik wilde in de burgemeester stoel zitten!
Ik heb veel over de geschiedenis van het stadhuis geleerd. Na de brand heeft de nieuwe architect de voorgevel zo gelaten. De weder opbouw van het stadhuis duurde een aantal jaren de architect stierf tijdens het bouwproces. Toen was nog niet alles af. Op de originele bouwtekening is te zien dat de burgemeester eigenlijk een mooie kroonluchter in zijn kamer zou moeten hebben hangen. Die is er nooit gekomen. Hij heeft gewoon TL verlichting.
Naam gebouw: De burcht
De burcht staat hoog boven de stad op een kunstmatige heuvel die in de 10e eeuw al is gebouwd, in die tijd werd de heuvel gebruikt om te vluchten voor water bij overstromingen. De burcht is een van de best bewaarde voorbeelden van een mottekasteel. Een mottekasteel is een hoogmiddeleeuws burchttype dat meestal van hout was.
De burcht is voorzien van een borstwering met kantelen en heeft een doorsnede van circa 35,5 meter. Het muurwerk is gemiddeld 6,2 meter hoog en heeft een dikte van 80 tot 90 centimeter. Aan de binnenzijde is de burcht voorzien van diepe bakstenen spaarbogen. In de muur zijn op verschillende plaatsen schietgaten aangebracht. De motte waarop de burcht staat heeft een hoogte van 12 meter.
In de middeleeuwen diende de burcht als schuilplek voor de Leidenaren als ze werden aangevallen.
Aan de voet van de heuvel staat een sierlijk gesmeed hek uit 1653. Deze voorpoort van de burcht is ontworpen door Willem van der Helm met beeldhouwwerk door Rombout Verhulst. Bij de poort zie je ook een aantal familiewapens van Burggraven.
Burggraven werden aangesteld om de burcht te onderhouden.
Pieterskerk:
Gebouwd: 1390-1570
Restauraties: 1978-1982 2001-2010
Stijl:De Pieterskerk is een laatgotische kerk.
Architectuur: Brabantse Gotiek
Geschiedenis:
Rond 1100 stond op de plek waar de Pieterskerk nu staat een grafelijke kapel van de Graven van Holland. Rond 1121 werd de kapel gewijd aan de heiligen Petrus en Paulus. In deze kapel vond de doop plaatst van Graaf FlorisV. Rond 1268 werd de kapel gebruikt als parochiekerk. Al snel ontstond de behoefte aan een grotere kerk. Zo werd rond 1350 de bouw gestart van de huidige Pieterskerk. Rond 1390 zag de kerk er meer uit als de kerk van nu.
Tijdens de ramp met het kruitschip in 1807 werd de Pieterskerk ernstig beschadigd. Alle glas in lood ramen waren kapot. En de gebouwen rondom de kerk waren ontzet en de blaasbalgen van het orgel waren kapot gesprongen.
Toen ik in de kerk kwam vond ik het adembenemend mooi. Wat een pracht en praal. Aan het plafond hangen schitterende kroonluchters. Als je voor je uitkijkt bij binnenkomst zie je achterin de kerk een soort altaar. Ook die is prachtig belicht en alles om je heen glimt.
Er was ook iets in de kerk wat ik doodeng vond. Het idee dat je over graven van mensen liep. Als je op de grond keek zag je daar namen staan van overledenen van eeuwen geleden, dat zijn dingen die ik dus wel griezelig vind. Ik vind het een naar idee dat je over iemands graf loopt, omdat ik van mening ben dat je de doden met rust moet laten.
Tussen de grafstenen op de grond zie je ook kleinere stenen ( ter grote van een stoeptegel) met nummer erop. Eerst dacht ik dat er misschien kleine baby's begraven lagen. Maar het blijkt dat dit menselijke resten zijn van doden uit een graf dat geschud was. Als de familieleden het konden betalen en het hun wens was een nabestaande alsnog in de Pieterskerk te begraven dan kon dat. De resten werden dan onder zo'n tegel begraven. De nummers op de tegels zitten aan een administratie vast met een lijst van diegene die daar begraven liggen. Als de nabestaande niet meer betaalde aan het graf dan werden die plekken aan anderen verkocht die de plek graag wilde gebruiken.
Uiteindelijk werd het bij wet in 1827 verboden om in de kerk begraven te worden.
Bij binnenkomst werd al meteen duidelijk dat er de mogelijkheid was om de kerktoren te beklimmen. Dat heb ik dan ook gedaan. Hele smalle traptreden. Het steen van de traptreden was vaak uitgesleten dus je moest wel voorzichtig zijn. Het is zo smal dat je er echt maar met één persoon doorheen kan want anders wordt het gevaarlijk. Onderweg naar boven kom je af en toe een raampje tegen. Dan kun je al zien dat je als je boven bent op zeker een prachtig uitzicht over de stad hebt. Nou dat was zo. Vanaf deze hoogte kon je meer zien dan vanaf de Burcht.
Er waren rondleidingen met een gids. Maar ik kon daar helaas niet aan deelnemen omdat er alleen nog kaartjes waren voor over 2 uur en ik had nog meer te doen in de stad. Er waren ook nog andere monumenten waar ik wilde kijken. Wel vertelde die mevrouw daar dat ze kortgeleden een oude wijnkelder hadden ontdekt die nu te bezichtigen was met een gids. Dus ik baalde wel een beetje.
Maak jouw eigen website met JouwWeb