Het Stedelijke Landschap

1. Hoe ziet jou leefomgeving eruit? Beschrijf het huis, de straat en de wijk waar je in woont. Geef daarbij aan wat de positieve en wat de negatieve kanten van die leefomgeving zijn.
Ik woon in een rijtjes huis in een straat met heel veel verschillende soorten mensen. Het zijn koopwoningen, maar in het begin waren de huizen goed betaalbaar voor mensen met een modaal inkomen, maar vanaf het moment van 10 á 15 jaar later dat de huizen weer doorverkocht werden aan anderen, waren de huizen veel duurder, waardoor er weer mensen met meer geld ook in deze huizen kwamen wonen. Vandaar de verschillende personen. Vanuit mijn straat kun je het weiland zien, dit vind ik een positieve kant van mijn leefomgeving. Binnen vijf minuten loop ik met me hond langs de weilanden en een ander voordeel is dat het toch nog dicht bij het centrum is ongeveer tien minuten fietsen. Negatief aan deze leefomgeving vind ik dat er veel jongeren rond hangen in onze wijk. Zij horen vaak niet eens thuis in onze wijk, maar maken de leefomgeving wel iets minder aangenaam.

2. Geef een beschrijving van je droomhuis en de plek waar dat zou moeten komen te staan. Leg uit of dat volgens jou over 15 jaar nog tot de mogelijkheden behoort in Nederland.
Een vrijstaand huis met een grote tuin met een zwembad en een normaal formaat huis, anders moet ik teveel schoonmaken. Het liefst zou ik in een dorp willen wonen, waar het leven meestal wat gemoedelijker is dan in de stad. Met veel groen voorzieningen. Het liefst wil ik dan wel een dorp die niet al te ver van de stad afligt. Of dit nog mogelijk is, dat is altijd de vraag. Hoe meer huizen er worden gebouwt of wegen aangelegd hoe meer groen voorziening weg moet. Dus ik hoop dat dat nog mogelijk is over 15 jaar.

3. Hoe denk je dat Nederland er over 50 jaar uit zal zien? Denk daarbij niet alleen aan hoe de huizen eruit zien, maar ook hoe en of er nog dorpen en steden zullen zijn, wat de rol van de natuur is en hoe de infrastructuur van Nederland eruit ziet.
Ik denk dat er dan veel meer gebouwen zijn dan dat er nu zijn, waardoor er ook veel minder groenvoorziening is dan voorheen. Steden worden denk ik groter en ook meer wegen om van de ene naar de andere plek te komen.

4. In het programma wordt uitgelegd wat de Woningwet is. Inventariseer op welke manier er daarna met de inrichting van Amsterdam is omgegaan. Wat concludeer je daaruit?
De woningwet is ontstaan uit nood, door ongezonde omstandigheden in huizen. Overheid zorgde dat mensen gezond konden leven.

5. Leg uit wat volgens Liesbeth van de Pol een architect voor iemand is.
Een maker, bedenker en fantast.

6. De architect Carel Weber heeft het over het (ge) wilde wonen. Vergelijk de door diverse architecten ontworpen woningen uit Almere die getoond worden met de 'wilde' woningen van Weber. Komen volgens jou de ideeën van Weber in zijn woningen tot uitdrukking? Betrek de woningen van Carel Weber en de andere architectuur uit Almere in je antwoord.
Wilde wonen is dat bewoners zelf voor een groot deel mogen beslissen hoe ze alles willen hebben.

7. Bart Reuser heeft een eigen kijk over hoe het met Nederland verder moet. Bekijk en beluister goed wat hij daarover zegt. Hoe vind je zelf dat het verder moet met de inrichting van Nederland?
Veel groen behouden en oppassen met teveel snelwegen in verband met de fijnstof en geluidsoverlast. Er staan vaak veel kantoor gebouwen leeg langs de snelweg, terwijl er verderop dan al weer nieuwe worden gebouwt, ze kunnen beter gewoon eerst alle kantoren vol maken voordat er nieuwe komen.

 



Maak jouw eigen website met JouwWeb